Nederland heeft goed gezinsbeleid nodig
Het Nibud
presenteerde onlangs een onderzoek naar de financiële situatie van grote
gezinnen. Hoewel niet onverwachts, waren de harde cijfers toch schokkend. De
helft van de gezinnen met vier of meer kinderen heeft moeite met rondkomen.
Hoog tijd dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt.
De cijfers van
het Nibud-onderzoek liegen er niet om. Gemiddeld zijn ouders 39% van hun
inkomen kwijt voor de zorg van vier kinderen. De hoge kosten van grote gezinnen
zitten met name in een paar posten. Natuurlijk wordt relatief veel uitgegeven
aan huishoudelijke uitgaven. Met een half brood kom je niet ver als er
dagelijks 6 monden te voeden zijn. Andere posten die veel kosten veroorzaken
zijn woonlasten, verzekeringen en schoolgeld.
Taak politiek?
Heeft de politiek
een taak om de financiële problemen van grote gezinnen aan te pakken? Vanuit
het liberale gedachtegoed wordt gesteld dat ieder individu zijn eigen
beslissingen moet nemen. Als je voor een groot gezin kiest, dan moet je zelf
daar de lasten voor dragen. De overheid is neutraal en vanuit die positie heeft
ze zich niet te bemoeien met de keuze die mensen vrijwillig maken. Dat ik het
met deze gedachtegang niet eens ben, behoeft geen betoog. Maar ook objectief
gezien is sprake van een feitelijk onjuiste voorstelling van zaken. De huidige
politiek is helemaal niet neutraal. Haags beleid zorgt ervoor dat de financiële
positie van gezinnen wordt ondermijnd.
Tegen grote
gezinnen
Kijk maar naar de
huizenmarkt. De door het emancipatiebeleid gestimuleerde hoge vlucht van het
aantal tweeverdieners zorgde voor een explosieve stijging van de huizenprijzen.
Hypotheekverstrekkers pasten immers hun beleid aan de nieuwe ontwikkelingen aan
en verstrekten voortaan hypotheken op basis van twee inkomens. Beleid gericht
op de vrijmaking van getrouwde vrouwen uit de karakteristieke gezinssituatie
leidt zo tot een extra financiële last voor de ouders van grote gezinnen. Zij
hebben niet de ruimte te zorgen voor twee inkomens, als ze dat al zouden
willen, waardoor hun koopkracht op de woningmarkt schril afsteekt tegen de
moderne tweeverdiener met twee kinderen. Natuurlijk hebben ook kleine gezinnen
hier mee te maken, maar de vruchten zijn voor grote gezinnen vanwege de
benodigde woonruimte extra zuur.
Belastingstelsel
Een tweede
voorbeeld betreft de fiscale behandeling van gezinnen. Waar vroeger het
kostwinnerschap centraal stond, wordt nu uitgegaan van een individueel gericht
belastingstelsel. Niet het gezinsinkomen is bepalend voor de hoogte van de
belasting, maar het inkomen van de individuele partners. Vooraanstaande
economen concluderen in een recent nummer van Economisch Statische Berichten
dat de overheid door de inzet van het belastingstelsel als instrument om
emancipatie te bevorderen, betuttelend bezig is. Zij pleiten voor een meer
neutraal splitsingstelsel, waarbij het gezamenlijke gezinsinkomen
doorslaggevend is.
Kinderbijslag
en -opvang
Het huidige
systeem van kinderbijslag en -opvang is het derde voorbeeld van beleid dat
grote gezinnen in de kou laat staan. Er is gekozen voor een systeem waarbij de
kinderbijslag, ten opzichte van eerdere jaren, gering is. Tevens is de
progressiviteit verdwenen. Terwijl eerder de bijslag toenam met het aantal
kinderen, is de bijdrage per kind nu identiek voor kleine en grote gezinnen.
Veel meer geld is gestoken in het stimuleren van kinderopvang. De keuzevrijheid
werd daarbij niet gelegd bij de gezinnen zelf, maar bij de overheid.
Geen wonder
Wie de financiële consequenties van huizenmarkt, belastingstelsel,
kinderbijslag- en opvang overziet, is niet verbaasd over het Nibud-onderzoek.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toegenomen variabilisering van
de studiekosten of over de sterk gestegen premies en wettelijke heffingen voor
de ziektekosten. Wie wil nog beweren dat Den Haag probeert gezinsneutrale
politiek te voeren?
Verandering
CDA-leider
Balkenende en PvdA-voorman Bos zijn aan het onderhandelen over een
regeerakkoord. Laat hen de handschoen oppakken en een paragraaf schrijven over
het nieuwe gezinsbeleid. Wat moet daar dan in komen? Uitgangspunt moet zijn dat
het algemene beleid getoetst wordt op de financiële effecten voor gezinnen.
Voortaan wordt het CPB bij de doorrekening van grote beleidsveranderingen
gevraagd speciale aandacht te besteden aan de effecten voor grote gezinnen
zodat duidelijker wordt wat deze effecten zijn. Vervolgens worden een aantal
concrete maatregelen afgesproken. Om eenverdieners niet te benadelen ten
opzichte van tweeverdieners ten eerste gewerkt aan het gezondmaken van de
woningmarkt. Dit kan vorm krijgen door meer huizen te bouwen (waardoor het
aanbod eindelijk meer overeenkomt met de vraag wat redelijke prijzen mogelijk
maakt) en de hypotheekverstrekking op basis van twee inkomens af te schaffen
(waardoor eenverdieners een vergelijkbare koopkracht krijgen op de woningmarkt
als tweeverdieners). In de tweede plaats wordt het belastingstelsel op de schop
genomen en het gezinsvriendelijke splitsingstelsel ingevoerd. Vervolgens wordt
de subsidie op kinderopvang en de fiscale facilitering daarvan afgeschaft en
worden de vrijkomende middelen gebruikt om de kinderbijslag te verhogen.
Tenslotte wordt vastgelegd dat gezinnen niet meer dan een bepaald bedrag kwijt
zijn aan ziektekostenverzekering en studiekosten.
Geschenk
Dit pakket aan
maatregelen waarborgt dat ouders meer dan nu het geval is in staat worden
gesteld invulling te geven aan hun roeping. Dat is niet alleen wenselijk, maar
ook hard nodig. Het zou een geschenk zijn als in Den Haag oog kwam voor de
unieke en cruciale positie die gezonde gezinnen in de maatschappij innemen. De
roep om meer normen en waarden, het tegengaan van criminaliteit en geweld en
het bouwen aan een maatschappij waar tijd en zorg aan elkaar besteed kan
worden, vraagt hier om. Dat hieraan concreet handen en voeten gegeven kan
worden, kunnen Bos en Balkenende de komende weken waar maken.
Elbert Dijkgraaf
Voorzitter
SGP-jongeren